De straf van God, een reisverhaal over Chiloé
(Global Heart | Erik Haasnoot) Het water in de fjord is zo vlak, dat het de paalwoningen van Castro weerspiegelt. Ik zie reflecties van huizen met een regenboog aan kleuren: hemelsblauw, bordeauxrood, okergeel, gifgroen, felroze en daartussen ook wit, grijs en bruin. Het een rustige nazomeravond, er is niemand te zien op de balkons van de houten huizen aan het water. Ik hoor geen muziek, radio of televisie. De stilte wordt alleen verbroken door het blaffen van een hond. En dan is er het geluid van de roeispanen op het water.
Atilio is een visser met een verweerde kop. Hij gaat gekleed in een oranje Amerikaanse vissersoverall met een rode trainingsjas en een blauwgrijs baseballpetje op zijn hoofd. Ik schat hem een een jaar of zestig oud. Hij roeit me behendig langs de ‘palafitos’, de Spaanse benaming voor de huizen op palen, hier op het hoofdeiland van de Chiloé archipel in het zuiden van Chili. Ik vraag Atilio naar het onderhoud van deze woningen en hij zegt dat de palen met pek moeten worden ingesmeerd om ze tegen het zoute water te beschermen. We raken in gesprek en hij vertelt me over vroeger toen de fjord nog vol vis was en dat hij tegenwoordig iedere nacht zo’n vijf uur lang moet varen om nog een beetje vangst binnen te halen.
We hebben het over de overbevissing door buitenlandse fabrieksschepen en over het milieu en dan vertelt Atilio me zijn ervaring met de inmiddels overleden Noord-Amerikaanse zakenman, filmmaker en milieubeschermer Douglas Tompkins. ‘Op een dag waren we onze vissersboten met een speciale verf aan het schilderen om ze tegen het vocht te beschermen. Toen kwam Tompkins langs en begon ons te filmen’ zegt Atilio. ‘In die tijd waren er videocamera’s, maar wij hadden die apparaten nog nooit gezien en hadden niet in de gaten dat we gefilmd werden. En met al het filmmateriaal van onze werkzaamheden heeft hij ons toen aangeklaagd wegens milieuvervuiling en zijn wij in de gevangenis terechtgekomen. Door hem heb ik gevangen gezeten, want hij heeft de Marine op ons afgestuurd en wij werden toen opgepakt. Dat was in het jaar 1990, het militaire regime was nog maar een paar maanden vertrokken. Wij werden veroordeeld en gevangen gezet. Volgens Tompkins hadden we het strand vervuild, want hij was een milieuactivist of iets dergelijks. En hij liet ons oppakken en zo kwamen wij in de gevangenis terecht.’
Atilio kijkt ernstig en gaat verder met zijn verhaal. ‘Een mensenrechtenorganisatie kwam erachter dat wij gevangen zaten en zij hebben zich om ons bekommerd. Toen kwam de waarheid het licht en werd duidelijk wie die vent eigenlijk was. Hij had inmiddels grote gebieden gekocht aan de overkant, met de besneeuwde bergtoppen van de Andes die je hier vanaf het eiland kan zien. En de bisschop van Ancud had hem ook al een bos met eeuwenoude Patagonische cipressen verkocht, want in die tijd had de bisschop van Ancud hier alles voor het zeggen. Zijn wil was wet. De bisschop verkocht het bos van enkele duizenden hectares voor een paar miljoen dollar, en Tompkins beloofde ook nog een economische bijdrage voor het restaureren van alle kerken van Chiloé.’
Een week voor mijn reis naar de eilandengroep in het zuiden van Chili had ik tijdens mijn ontbijt in een hotel in Santiago in de krant gelezen dat de Chileense president Michelle Bachelet een donatie van een natuurgebied van meer dan 407 duizend hectare van de weduwe van Douglas Tompkins in ontvangst had genomen. ‘Dit is een grote dag voor Chili!’ twitterde de president die dag. Tompkins had de jaren negentig samen met zijn vrouw Kristine McDivitt 810 duizend hectare land opgekocht van verschillende grondbezitters in Chili en Argentinië. Het echtpaar had daarmee als doel het creëren van een enorme natuurgebieden om zo de biodiversiteit te beschermen. Het verhaal van Atilio doet het imago van de natuurbeschermer een flinke deuk oplopen.
‘Door Tompkins zijn we in de gevangenis terecht gekomen en hebben we lang vastgezeten’ zegt Atilio weer. ‘Door hem hebben we veel geleden en toen we eenmaal vrij kwamen, waren onze boten weggerot op het strand en stonden we met lege handen op straat, zonder eten en onderdak. En dat was zijn schuld. Door toedoen van die man hebben we lang in de penairi gezeten.’ Atilio draait zijn hoofd naar het water een staart een tijdje stil voor zich uit. ‘Uiteindelijk kwam hij om het leven tijdens het kajakken op een meer’ zegt hij dan. ‘Zijn kajak sloeg om en door onderkoeling ging hij dood. Dat is de straf van God.’
Bron: Global Heart
Je zou ook interesse kunnen hebben in: