De keerzijde van windenergie | Schadelijke effecten op economie, gezondheid en milieu
(Global Heart)| Esther Haasnoot) De maatschappelijke discussie over windenergie houdt de gemoederen flink bezig. Terwijl het kabinet het aantal windmolens graag wil uitbreiden, is het protest onder bezorgde burgers groeiende. In de campagne die de overheid voert, wordt voornamelijk de CO2-vrije opwekking van windmolens zelf benadrukt, maar zij vergeet voor het gemak alle neveneffecten te vermelden die het ons oplevert. De werkelijkheid blijkt namelijk anders dan overheid en milieuorganisaties ons voorspiegelen.
Het onderwerp heeft veel weg van Cervantes roman: Don Quichotte. In het boek verbeelden de hoofdpersonen de klassieke tegenstelling van rede tegenover begeerte, idealen tegenover de werkelijkheid. De illusies van Don Quichot komen steeds in botsing met de feiten van Sancho. Don Quichot is iemand die een hopeloze strijd levert ‘met de windmolens’. De rede heeft fraaie ideeën, maar de natuur laat zich niet bedriegen. Ook nu lijken de feiten het van de idealen te winnen.
Als een echte Don Quichotter voert minister Kamp zijn gevecht met de windmolens, maar de feiten spreken voor zich. Uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een falend beleid op het gebied van economie, gezondheid en milieu.
Nadelige effecten economie, gezondheid en milieu
Energieakkoord
Het Nationaal Energieakkoord is ondertekend door meer dan veertig partijen, waaronder het kabinet, vakbonden, werkgevers en milieuorganisaties. Een belangrijk doel uit het energieakkoord is om in het jaar 2020 14% duurzame energie op te wekken. Verder is het doel van dit akkoord dat Nederland hiervan gaat profiteren. Het moet een bijdrage leveren aan de oplossing voor het klimaatprobleem en op korte termijn de haperende economie weer op gang brengen met een flinke impuls voor investeringen en werkgelegenheid. Daarbij worden de lasten voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk beperkt. Bovendien is het streven de energierekening voor burgers en bedrijven de komende jaren te verlagen. Toch lijkt Nederland deze doelstellingen niet waar te kunnen maken. In vergelijking met andere EU-lidstaten loopt Nederland ver achter in het behalen van de EU-doelstelling voor 2020. Alleen Malta en Luxemburg zijn nog afhankelijker van fossiele brandstof dan wij.
Subsidie
Overmatige en niet-duurzame subsidieprogramma’s staan al jaren ter discussie. Er is een explosief toenemende vraag naar vernieuwende oplossingen en verstandige toepassingen voor een duurzame samenleving. Zolang onrendabele vormen van energie worden gesubsidieerd, remt het de ontwikkeling. Bij toekenning van een subsidie gaat het ministerie ervan uit dat bedrijven zich niet zullen terugtrekken, maar ook hierin toont de praktijk anders. Die onzekerheid veroorzaakt toenemende risico’s voor alle belanghebbenden in de duurzame energie-industrie. Daarnaast worden subsidies volledig betaald door de Nederlandse staat, maar komen ze voor de helft in het buitenland terecht.
Bovendien blijkt minister Kamp de kosten van de gasproblemen in Groningen te willen financieren met geld afkomstig uit de begrotingsreserves voor duurzame energie. Dit potje is louter en alleen bedoeld voor de subsidiëring van duurzame energieprojecten.
Slijtage en onderhoud
In de dicussies over subsidies moet men ook rekening houden met slijtage en onderhoud. Volgens een onderzoek door Ballast Nedam Engineering vertonen de windturbines in het Prinses Amaliapark mankementen. Het probleem ontstaat bij de cementlijm, ook wel grout genoemd, die gebruikt wordt als hechting tussen onderlinge delen van een windturbine.
Simpel gezegd, een windmolen bestaat uit verschillende delen: een fundatie, een verloopstuk en daarbovenop de monopaal en de rest van de windturbine. Bij de bouw van een windturbine wordt de monopaal aan het verloopstuk vastgelijmd door de paal op te vullen met cementlijm. Door onder andere weersinvloeden, zout water en golven gaan de molens werken. Hierdoor laat de lijm los en komt de constructie onder druk te staan, waardoor ze kunnen vervormen en uiteindelijk zelfs volledig kunnen bezwijken. Wanneer de schade beperkt blijft, is het niet mogelijk dit te repareren en blijft kans op volledig bezwijken aanwezig.
Eigenaar Eneco zegt hierover: “Door de krachten die de golven en de wind op de molen uitoefenen is, ondanks modelberekeningen, de hechting van de groutverbinding in de loop van de tijd verminderd en zijn lichte verzakkingen geconstateerd, variërend van millimeters tot enkele centimeters.” Volgens Eneco speelt dit probleem niet alleen in het Amaliawindpark, maar bij 1800 windmolens op de Noordzee. Het is onduidelijk of er mogelijk nog negatieve milieueffecten te verwachten zijn als gevolg van de coating of de corrosie van de molens.
Energieoverschot
Bij normaal functioneren zijn er echter productiepieken van windenergie, die kunnen leiden tot overbelasting van het elektriciteitsnet. Hierdoor moet groene stroom goedkoop aan de buurlanden verkocht worden. Dit is nu ook in Duitsland het geval. Duitsland geeft de energieoverschotten nagenoeg gratis weg aan de buurlanden, ook aan Nederland, omdat het de stroom anders niet kwijt kan. Zodoende betaalt Duitsland de hoogste energienota van Europa.
Enkele wetenschappers verzamelden data van de windmolenparken die goed vergelijkbaar zijn met die uit het energieakkoord. Deze wetenschappers berekenden dat er van de opgewekte stroom netto maar 31% overblijft. Gemiddeld gaat 70% van de opgewekte stroom verloren, met 18 miljard aan subsidiegeld. Deze feiten doen er blijkbaar niet toe. Minister Kamp schreef in een brief aan deze wetenschappers dat zijn theoretische modellen beter zijn dan de feiten. Een vergelijking met de Fyra is gauw getrokken.
De Duitse belastingbetaler heeft nog als voordeel dat de kosten van windenergie door bedrijven worden opgehoest. Dit voordeel hebben de Nederlands belastingbetalers niet. Zij zien de kosten rechtstreeks op de energienota verschijnen. Om alles te kunnen bekostigen, heeft het Ministerie van Financiën namelijk een nieuw soort belasting ingevoerd: de Opslag Duurzame Energie. Die belasting zal de komende jaren flink oplopen. In 2013 bedroeg zij per huishouden 9 euro per jaar, in 2018 zal dat 150 euro zijn.
Kosten-batenanalyses
Alles bij elkaar genomen kost de bouw van windmolenparken de Nederlandse maatschappij meer dan het oplevert, ook als je de effecten op milieu en gezondheid meerekent. De opbrengsten van windmolens worden te hoog ingeschat en de kosten te laag geraamd. Dit blijkt uit de rapporten van het CPB en van deGroene Rekenkamer. Volgens berekeningen van emeritus hoogleraar Pieter Lukkes zorgt windenergie op land en zee de Nederlandse bevolking voor een extra last van 70 miljard. “Het voor 2020 aanleggen van windparken in zee met een totale omvang tot 6000 MW blijkt in alle geanalyseerde scenario’s, varianten en hierop toegepaste gevoeligheidsanalyses maatschappelijk onrendabel te zijn”, aldus CPB.
Waardedaling van woningen, recreatie en toerisme en verlies van banen
Niet alleen is het aanleggen van de parken zelf onrendabel, het heeft ook een negatieve invloed op de omgeving. Er is sprake van waardedalingen van huizen, minder toerisme en minder werkgelegenheid.
Waardedaling woningen
Economen Martijn Dröes en Hans Koster van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam hebben onderzocht dat windmolens binnen een straal van twee kilometer de waarde van een woning met gemiddeld 1,4 tot 2,3 procent doen zakken; afhankelijk van de afstand tot een windmolen. Dit komt neer op een gemiddelde prijsdaling van 3.500 tot 5.600 euro. Grotere windmolens zorgen voor een grotere prijsdaling. Zelfs twee tot drie jaar voor de komst van een geplande windmolen is er al een daling te zien in de woningwaarde.
Recreatie en toerisme
De impact op het bezoekgedrag van toeristen hangt af van de afstand tot de kust. Hoe dichter de windmolenparken op de kust geplaatst worden, hoe groter het te verwachten negatieve effect op het toerisme. Ruim 22% van de ondervraagde (Nederlandse en Duitse) bezoekers geeft aan badplaatsen minder of niet meer te zullen bezoeken. Dit heeft een enorme gevolgen voor de ondernemers en kustgemeenten in een toch al kwetsbaar marktsegment.Een mega windturbinepark zo dicht tegen de kust betekent een forse afname van toerisme, dalende omzet en zodoende ook een verlies van banen.
Verlies van banen
Verschillende berekeningen tonen een flinke economische schade voor de kustgemeentes. Veel gemeentes langs de Nederlandse kust zijn sterk afhankelijk van de inkomsten uit de toeristenindustrie. Minder toerisme betekent minder omzet en hierdoor verlies van banen. Plaatsing van windmolenparken dichtbij de kust, zoals het Rijk wil, leidt tot minder inkomsten uit toerisme per jaar en een blijvend verlies van banen. Dat betogen wethouders van de gemeenten Zandvoort, Noordwijk, Katwijk en Wassenaar in een brief aan de ministers Kamp (Economische Zaken) en Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Het is onduidelijk hoe groot de schade is wegens uiteenlopende cijfers uit verschillende rapporten.
Ook de werkgelegenheid in havens zal naar verwachting afnemen. Vanwege het omvaren of verplaatsen van ankergebieden omwille van de windmolenparken kan een negatief effect ontstaan op de bereikbaarheid van een haven. Hierdoor kunnen de kosten om een haven te bereiken, stijgen en daarmee de concurrentiepositie van de haven. Vervoerders zullen ervoor kiezen hun goederen op een snelle en efficiënte wijze op de plaats van bestemming te krijgen. Niet alleen de bereikbaarheid, maar ook de veiligheid speelt een rol. Onveilige vaarroutes worden het liefst vermeden. Ook hier betekent een lagere omzet verlies van banen.
Veiligheid: onveilige vaarroutes
Hoe vaarroutes onveilig kunnen worden? In sommige gevallen kunnen windmolens radarsystemen verstoren. Defensie, zeehavens, scheepsverkeer en Schiphol maken gebruik van radarsystemen voor waarneming en begeleiding van inkomend en uitgaand verkeer. Door storingen kan het voorkomen dat een schipper op zijn rader een heleboel vlekjes waarneemt, terwijl het in werkelijkheid om een groot schip gaat. Dit kan leiden tot onveilige situaties. Om een radarsysteem minder gevoelig te maken voor windmolens gaat het ministerie van Defensie enkele tientallen miljoenen meer betalen.
Veiligheid: gezondheid en milieu
Slechts weinig mensen zien de nadelige en zelfs levensgevaarlijke kant achter windenergie. Velen classificeren dit stukje techniek onder “schone energie”, “milieu bewust”, “duurzaam”, “goed”, “groen” en “veilig”, maar weten niet dat windenergie jaarlijks vele zieke en dodelijke slachtoffers veroorzakt en er enorme milieuschade plaatsvindt.
In China voltrekt zich een humanitaire ramp van enorme omvang
De windindustrie is afhankelijk van de winning en verwerking van de zeldzame aardmetalen uit Baotou. Voor de magneten van de windmolens wordt neodymium en dysprosium gebruikt. Dit zijn gevaarlijke en milieuverontreinigende aardmetalen. Een windturbine van 2 MW gemiddeld bevat 370 kg neodymium en 60 kg dysprosium blijkt uit onderzoek door Bulletin of Atomic Sciences. Volgens het MIT herbergt een 2 MW windturbine 350 kg aan zeldzame aardmetalen. Het Institute for the Analysis of Global Security heeft berekend dat bij de productie van 1 ton zeldzame aardmetalen 1 ton radioactief afval ontstaat.
De neodymium-magneten worden in China, in de omgeving van de plaats Baotou tegen de grens van Mongolië, gefabriceerd. Dit is een belangrijk onderdeel in de generator van een windmolen. In Baotou wordt de grondstof neodymium gescheiden van thorium en uranium, twee radioactieve materialen. Deze stoffen worden na het winnen en verwerken van neodymium tegelijkertijd met andere giftige chemicaliën gedumpt in een 8 kilometer breed en 15 kilometer lang meer, omgeven door een tientallen meters hoge dijk. Miljoenen bewoners ademen deze giftige dampen dagelijks in. Daarnaast vormt het meer ook een groot gevaar voor de drinkwatervoorziening voor de rest van China. Het dodelijke afvalwater uit het meer vermengt zich namelijk met de Gele Rivier, een van de belangrijkste waterwegen in China.
%